vrijdag 24 oktober 2025

POMPEIÏ. (DEEL 3)

 

           2550 JAAR 

 GELEDEN GESTICHT.

                                                                                                            DEEL 3.

POMPEIÏ.


Na de boog van Caligila  wandelen we verder de Via di Mercurio op, waar ook nog de nodige opgegraven gebouwen liggen.

CAUPONA VAN VIA DI MERCURIO. (34)

De Caupona van Via di Mercurio is een taveerne op de hoek van de gelijknamige straat. De toonbank, de planken voor het vaatwerk en de keuken zijn nog aanwezig. Achterin de taveerne zien we kleine schilderijen: karren met wijnzakken; spelers; drinkende reizigers met de typische mantel met capuchon en de dienstjongen. Al deze scènes herinneren ons aan het leven in de taveernes van het oude Pompeiï.

HUIS VAN DE KLEINE FONTEIN. (35)



Het huis van het Kleine Fontein ligt aan het kruispunt  van de Via di Mercurio en de Vicolo di Mercurio.
Het ontleent zijn naam aan het fontein met mozaieken. 
Op de wanden van het Nymphaeum zijn nog de resten van schilderingen van landschappen met villa's, landhuizen en huizen aan zee te zien.




HUIS VAN HET GROTE FONTEIN. (36)

Het Huis van de Grote Fontein ligt naast het huis van de Kleine Fontein en ook hier is, aan het eind van het tab lium, een prachtig fontein met stucco's, mozaieken van glaspasta en lieflijke bronzen beelden ( de originele staan in Napels ion het museum) en hebben na twintig eeuwen hun levendigheid bewaard en we vinden er de kleuren en de motieven terug van de stoffen van die tijd. Ook het portaal van goed gehouwen vierkante blokken tufsteen is interessant.

FULLONICA.

De Fullonica is gelegen n aast het huis met het Grote Fontein, en is de grootste werkplaats van Pompeiï voor het wassen en verven van wol.
Deze grote fullonica werd gebouwd in een voormalig herenhuis ; de kuipen werden in de ingang geplaatst; links de bronzen kommen voor het persen van de stoffen, de kuip, de pers en tenslotte het magazijn waar de stoffen gewassen  en gestreken klaar lagen voor de levering aan klanten.

HUIS VAN HET ANKER. (38)

Het huis van het Anker ligt bijna aan het einde van de Via di Mercurio, in de richting van de boog van Caligula.
Het huis dankt zijn naam aan het mozaiek in de ingang, dat misschien de binding van de eigenaar met de zee symboliseert. De platte gbrond is onregelmatig en het huis is niet erg groot, maar bezienswaardig is vooral de tuin, die rechts de helft van alle  beperkte ruimte in beslag neemt. Weinig is overgebleven van de architectonische  en decoratieve rijkdom van het binnenhof, maar het is niet moeilijk het in de verbeelding voor te stellen: mozaieken, schilderingen en stucco's, met name de aedicule en de nissen achterin; de zuilengalerij met zuilen en pilaren die rond de hele bovenverdieping liep, het groen en de bloemen en de grote en kleine beeldhouwwerken die verspreid in de tuin stonden opgesteld.


HUIS VAN DE FAUN. (39)

Het Huis van de Faun ligt aan de Via della Fortuna, na het kruispunt met de naar dit huis genoemde Vicolo del Fauno.
Dit is het mooiste voorbeeld van een domus dat uit de oudheid is overgeleverd. Het neemt het hele blok tussen vier starten in beslag met 40 bij 110 meter, en bezit in overvloed alle kenmerken van de herenhuizen van Pompeiï.
Er bestaan goede redenen om aan te nemen dat dit huis gebouwd werd voor Publis Sulla, een neef van de veroveraar van de Samnitische stad, die tot taak had de oude en nieuwe belangen van de Romeinse republiek in Pompeiï te behartigen; de tree bij de ingang en de deur die naar buiten open ging, zijn tekenen van de hoge positie van de bewoner van het huis.

PLATTEGROND HUIS VAN DE FAUN.

1. Vestibulum, met dubbele deur: op de vloer de welkomsgroet 'have'.
2. Faucus, ingang met aan beide zijden een tempeltje voor de Lares, beschermgoden van het huis.
3. Groot Toscaans Atrium met impluvium in sectile (gekleurd mozaiek en onregelmatige stukken marmer) en de fontein met de dansende Faun.
4. Cubicula.
5. Alae.
6. Tablinum.
7. Winter Triclinium en Triclinium voor herfst-
maaltijden.
8. Tuin met perisylium met Ionische zuilen.
9. Ingang tot gasten verblijf en dienstvertrekken.
10. Tetrastylisch atrium met vier zuilen en vertrekken van het gastenverblijf.
11. Trap naar de bovenverdieping.
12. Toegangsruimte tot dienstvertrekken.
13. Stal en ruimte voor rijtuigen.
14. Badruimtes.
15. Keuken.
16. Voorraadkamer.
17. Zomer trilinium.
18. Exedra, waar zich het beroemde Alexander-mozaiek bevond, dat nu in Napels is.
19.Grote tuin.
20. Groot peristulium waar vroeger twee verdiepingen waren met Dorische en Ionische zuilen.
21. Posticum, de achteringang.
21. Ruimtes voor tuinman en portier.

Er waren twee atriums in het huis: een in het belangrijkste deel van het domus; het andere rechts, met vier zuilen in het midden (tetrastylisch) en met een eigen ingang, lag in een apart deel van het huis, dat misschien voor gasten bestemd was. Er waren eveneens twee zuilengangen, ieder met een eigen tuin, waarin de achterste uitzonderlijk groot was, met twee rijen zuilen en een achteringang.  

In het belangrijkste atrium, in Toscaanse stijl (d.w.z. zonder zuilen), is nog het prachtige impluvium met geometrisch inlegwerk van gekleurd marmer te zien, evenals het schitterende beeldje van een dansende Faun (origineel in Napels).
We kunnen ons zonder moeite het dak voorstellen, waardoor het licht binnenkwam, en langs het tablium het oude perspectief herstellen met een lange rij zuilen die in licht en groen verdwijnt. Centrum van alle aandacht is de kleine Faun die gelukkig danst en het hoofd opheft, als om de zon uit te dagen.

In het kleine peristylium is nog de basis van de centrale fontein (labrum). Het andere perisylium iks een van de grootste van Pompeiï. Twee rijen zuilen lopen er helemaal omheen; 88 Dorische zuilen van vier meter hoog op de begane grond en op de bovenverdieping misschien Ionische zuilen.
De buiten afmetingen bedragen 38 bij 44 meter; de binnen afmetingen 27 bij 30 meter. Het is voor ons interessant voor te stellen hoe deze zuilengang, die doet denken aan de zuilengang van het Forum, eruit zag met een tuin vol  kunstwerken (ars topiaria); een waardig voorloper van de renaissance binnenhoven van veertien eeuwen later. 


Het grote en het kleine peristylium waren verbonden door de Exedra, de mooiste kamer in dit grote huis, niet alleen om de zuilen aan de wanden van de grote toegangsruimte, maar vooral om het mozaiek, dat een als een prachtig tapijt, de hele vloer bedekte, in het midden was het beroemde mozaiek dat de veldslag tussen Alexander de Grote en Darius, koning der Perzen voorstelt. Het origineel bevindt zich in het Nationaal Museum te Napels.



Andere schitterende mozaieken die zich bevonden in het triclinium, links; in de vleugels van het atrium en in het winter triclinium (origineel ook in Napels) maken deze villa, met een evenwichtige verdeling van de ruimtes, de sobere muurschilderingen in de Eerste Stijl, de prachtige zuilengangen met veel groen en de architectuur tot een van de meest beroemde woonhuizen van de antieke wereld.
 
We vervolgen onze wandeling, en lopen de Via della Fortuna Augusta uit en ontdekken aan het einde, en het begin van de Via di Nola het gebouw van de Centrale Termen.

CENTRALE THERMEN. (58)

Met de bouw van de Centrale Thermen werd direct na de aardbeving van 62 n.Chr. begonnen om de behoefte van de nieuwe èlite van de stad, die in een fase van wederopbouw verkeerde, aan een ontmoetingsplaats te bevredigen.
In deze thermen, die gebouwd werden volgens het model van de grote thermen in de hoofdstad Rome, was meer licht en meer buitenruimte.
Bovendien nwerd een laconium aan de ruimte toegevoegd; een ruimte die nog warmer was dan het calidarium en gebruikt werd voor de sudatio (zweten). Der afwezigheid van een vrouwen afdeling wordt misschien verklaard door het feit dat de bouw in 79 nog in volle gang was. Ook het zwembad en de poort van het gymnasium waren nog niet voltooid.

BAKKERIJ VAN PODIUS PRICUS (57)

RECONSTRUCTIE VAN DE PRODUKTIE-CYCLUS IN EEN BAKKERIJ (PISTRINUM).

Rechtsboven ziet men de opslagplaats  voor het graan. Een man vult de grote molen, die door een os wordt rondgedraaid, met graan. Iedere molen bestond uit twee stenen van vulkanisch materiaal: een steen stond vast op een ronde basis van metselwerk en liep spits toe (meta); de andere steen was hol en had de vorm van een diabolo (catillus). Deze steen draaide op de eerste. Rechts in de afbeelding ziet men hoe de molen in elkaar werd gezet. Neer naar het midden wordt het graan in de bovenste opening gegooid en wordt een houten klem rond de hals van de catillus bevestigd. Daaronder doen twee mannen de catillus ronddraaien zodat het graan naar beneden zakt en tussen de twee molenstenen tot meel gemalen wordt. Dit meel wordt opgevangen in een loden bak die op de vaste gemetselde basis bevestigd was.


Linksboven zien we hoe het deeg gekneed en gevormd wordt met vaak gebruik van metalen vormen tot ronde broden, die het meest gebruikelijk waren. In  het midden de oven. Na het bakken werden de broden van verschillende vorm en kwaliteit naast elkaar op de planken en op de toonbank gelegd om direct aan de klanten verkocht te worden. Een deel van de productie werd naar wederverkopers gezonden en naar nabijgelegen steden.
(De afbeelding is geïnspireerd op een afbeelding van het museum in Napels.)


Op de hoek van de Via di Stabia en de Via de Degli Augustali is het Pistrinum gelegen met goed bewaarde molenstenen. Ongetwijfeld waren deze bakkerijen zeer belangrijk voor het economisch leven in Pompeiï en uit het grote aantal kan men concluderen dat zij ook brood leverden aan andere nabij gelegen steden. Waarschijnlijk waren al deze bakkerijen eigendom van Popidius Priscus.
We wandelen de Via di Stabia verder af en zien rechts de Stabiaanse Thermen liggen.

STABIAANSE THERMEN. (64)


De hoofdingang van de Stabiaanse Thermen ligt aan de Via dell' Abbondanza links van het kruispunt met de Via di Stabia. Dit zijn de grootste en best bewaarde thermen van Pompeiï en tevens de oudste, aangezienb ze gebouwd werden onmiddellijk nadat de Romeinen Pompeiï veroverden. Het gehele complex is gelegen rond een perisdtylium met vier onregelmatige zijden. Aan  de oostzijde lagen de baden voor mannen en de kleinere voor vrouwen. Daartussen was de verwarmingsinstallatie. De kleedkamer voorde mannen is overdekt met een gewelf dat in de Flavische periode met prachtige stucco's werd versierd. In de grootste ruimte zijn nog de banken en de nissen zichtbaar om de kleren in op te bergen.

Alle andere ruimten hebben de typische vorm die we al eerder bij de kleine thermen op het Forum gezien hebben. In de keizer tijd werden met name in het gymnasium een aantal vernieuwingen doorgevoerd. Men kon niet alleen zwemmen, maar ook aan atletiek doen en verschillende andere sporten bedrijven. Daarom  lagen naast het bad, behalve de kleedkamers, ook ruimtes waar men zich met olie en zand kon insmeren, voor boks- en worstelwedstrijden, en waar men het zweet kon verwijderen met een soort kamlepel (strigilis).
In de zuilengang hiertegenover stond een beeld van Mercurius, god van het gymnasium. Op de westelijke wandzijn nog de resten te zien van vele  rijke decoraties van gekleurde stucco's, die fantasie architectuur en figuren voorstelden. In een grote inham lag het openlucht zwembad van 13 bij 8 meter en 1,5 meter diep. Aan de randen zijn nog de loden buizen zichtbaar, waardoor het water werd aangevoerd. De vrouwenafdeling had twee onafhankelijke ingangen. De kuip voor het koude bad was hier in dezelfde ruimte als de kleedkamer. Tussen de beide calidariums was de warmwaterinstallatie, waar nog steeds de stookplaats en drie grote cilindrische  waterketels voor lauw, warm en heet water te zien zijn.

PLATTEGROND VAN DE STABIAANSE THERMEN.

1. Privé ingangen.
2. Zwembad om zich te wassen. 
3. Gewoon zwembad.
4. Kleedkamer zwembad.
5. Dienstruimtes.
6. Ingang ben privébaden.
7.Latrines.
8. Mannenafdeling; ingang.
9. Wachtkamer.
10. Kleedkamer en garderobe.
11. Frigidarum.
 12. Tepidarum.
13. Calidarium.
14. Laconicum (ruimte voor zeer hoge temperatuur, type saina.
15. Ingang algemene voorzieningen en stookplaatsen.
16. Vrouwenafdeling; ingangen.
17. Kleedkamer en koudwater.
18. Tepidarium.
19. Calidarium.
20. Wandelgang.



                                                    Zie vervolg:     POMPEIÏ. DEEL 4.


zondag 19 oktober 2025

POMPEIÏ. (DEEL 2)

 

           2550 JAAR

 GELEDEN GESTICHT.

                                                                                                            DEEL 2.

POMPEIÏ ONTDEKKEN.

PORTA MARINA (1)

We betreden het oudste gedeelte van de stad Pompei
via de Porta Marina, de oudste poort van de stad.
Voor we echter de poort doorgaan, moeten we ons realiseren dat de stad eens heerste over de gehele vlakte tot aan de zee, die twee duizend jaar geleden minder ver weg was gelegen.
Rechts van de poort zien we de massieve bastions, die als basis hadden moeten dienen voor de tempel van Venus. Links nog resten van luxe huizen die tegen de stadswal waren aangebouwd. Een steile bestraatte weg leidt naar twee bogen van de poort; de linkse was bestemd voor de voetgangers, de rechtse voor lichtte karen en lasdieren die zout en vis vanaf de zee brachten.
Via een groot gewelf bereikt men de Via Marina welke aan het eind uitkomt op het Forum.

HET FORUM. (4)

Het Forum was het centrum van het politieke, economische en religieuze leven  van Pompeiï en de toegang was daarom alleen toegestaan aan voetgangers. Door de grote afmetingen, 38 bij 157 meter, en door het feit dat de openbare gebouwen rondom ook kleinere pleinen bevatten, konden de inwoners van de stad plaats vinden op het Forum.


 Rond het grote plein was in de Samnitische periode een zuilenrij gelegen met stevige Dorische zuilen van tufsteen, waarvan nu alleen nog de resten zichtbaar zijn aan de zuidkant. 

De Romeinen hadden het hele plein betegeld
  met travertijn en waren begonnen de zuilengalerij aan de langs zijden te vernieuwen met Dorische zuilen, die eveneens van travertijn waren. Daarboven moest zich een tweede galerij Ionische zich verheffen.

Aan de zuidkant van het Forum bevonden zich gebouwen bestemd voor het openbare leven: de basiliek, de stadskantoren en het comitium (tribunaal). Rechts van het Forum waren grandioze gebouwen in aanbouw, bestemd voor de handel en andere activiteiten, afgewisseld met tempels. Ieder gebouw had een rijke marmeren façade met beelden en een eigen toegangspoort tot het Forum.


TEMPEL VAN VENUS. (3)

De tempel van Venus is onmiddellijk rechts wanneer met de toegangspoort gepasseerd is naast de Triad Tempel (6). Venus was de beschermgodin van Pompeiï en werd na de Romeinse verovering << Venus felix>>. De republikeinse tempel was door de aardbeving verwoest en zonder twijfel wilden de inwoners van Pompeiï zich van de bescherming van de godin verzekeren door een tempel te bouwen, die nog groter was dan de voorgaande. De grandioze  projecten voor de herbouw werden voor eeuwig onderbroken door de tweede alles bedelvende vulkanische ramp.

DE BASILIEK EN TRIBUNAAL. (5)

De Basiliek had een oppervlakte van 24 bij 55 meter, het is het belangrijkste en oudste openbare bouwwerk van de stad.; aangezien de bouw plaatsvond tussen 120 en 78  v. Chr.
Het gaat hier om het belangrijkste voorbeeld in Pompeiï van voor-Romeinse architectuur. Aanvankelijk had de basiliek ook de functies van een overdekte markt en in de 1e eeuw na Chr. werden er vonnissen uitgesproken in handelsgeschillen of persoonlijke twisten. Voor dit doel werd tegen de achterzijde een tribunaal gebouwd; een elegante constructie in Hellenistische stijl van twee verdiepingen, met aan weerszijden een houten trap die naar de hogere verdieping leidde.


Op het voetstuk voor het tribunaal stond misschien het ruiterstambeeld van keizer Augustus. De zijwanden waren in twee delen verdeeld en versierd met panelen van nageschilderd marmer. Talrijke teksten zijn ruim 2000 jaar geleden in deze wanden gekrast, waaronder een die zegt: "Ik verwonder me, o muur, dat je niet bezweken bent onder het gewicht van zoveel schrijvers". De belangrijkste toegang tot het Forum bestond uit een dubbel poortgebouw met maar liefst vijf ingangen. Hoogstwaarschijnlijk was het centrale gedeelte niet overdekt en het is zeer interessant te bedenken hoe het eruit moet hebben gezien; omgeven door een gigantische zuilengalerij met 28 Korintische zuilen met groeven, ieder met een doorsnede van 1,10 meter en ongeveer 10 meter hoog. Zo kreeg men de indruk zich in een prachtig en buitengewoon binnenhof te bevinden.

STADSKANTOREN. (6)

De Stadskantoren bevinden zich onmiddellijk na de basiliek aan de zuidkant van het Forum. Het gaat om drie veel op elkaar gelijkende zalen met nissen en een absis achterin, die geheel bekleed waren en rijkversierd met beelden. In  het midden is de Curia, waar de gemeenteraad, de Ordo Decurio, bijeenkwam; rechts bevond zich de zaal bestemd voor de twee Aediles, die zorg droegen voor de stadsdiensten; links de zaal bestemd voor de Duumviri, die de stad bestuurden.

HET COMITIUM. (7)

Het Comitium verrees tegenover de Basiliek en werd gebruikt voor verkiezingen.
In deze grote zaal stemden de kiezers die in curiae verdeeld waren over lijsten van kandidaten, proscripta, ten overstaan van een Duumvir die door de kiezersassemblee benoemd werd.


GEBOUW VAN EUMACHIA. (8)

  
Het gebouw van Eumachia staat direct aan het begin van de Via dell'Abbondanza en werd gebouwd door de priesteres Eumachia voor de corporatie van wevers, ververs en waslieden (Fulllones), die de belangrijkste industrie van Pompeiï vormden. Het gaat hier om een comlex dat bijna zo groot was als de Basiliek en dat bestond uit een grandioos binnenhof dat omgeven werd door een twee verdiepingen hoge zuilengang.
Binnen de zuilengang waren de magazijnen waar de geproduceerde stoffen werden opgeslagen en tentoongesteld. Achter de zuilengang zien we nog drie grote absissen; in de grootste bevond zich het beeld van Livia, echtgenote van de keizer, die vereerd werd als Concordia Augustea, in de twee andere de standbeelden van Tiberius en diens broer Drusus. In de gang achter de grote absis hadden de fullones een standbeeld opgericht voor Eumachia, hun machtige en vrijgevige weldoenster.
Van de rijke façade aan de zijde van het Forum is alleen het portaal overgebleven, dat versierd is met doorlopende spiralen van Acannthus-bladeren en een indruk kan geven van de buitengewone artistieke pracht en de grote fijnheid van uitvoering van het gehele bouwwerk. Aan de weerszijde van het portaal bevinden zich tribunes die waarschijnlijk gebruikt werden bij veilingen. Rechts van de voorgevel, bij de toegang tot de Via dell'Abbondanza zien we de trappen die de toegang tot het Forom onmogelijk maakten voor karren. De zijkant van het gebouw van Eumachia loopt langs de straat en wordt architectonisch verfraaid met pilaren en bogen in stucwerk.

HUIS VAN HET EVERZWIJN. (9)


Het Huis van het Everzwijn, ook wel genoemd het Huis van de Wildejacht, bevindt zich aan de andere kant van de straat op nummer 8 en een bezoek is interessant gezien de mooie mozaiek vloeren en freco's met jachtafbeeldingen en tablinum (portretten in medaillons).

TEMPEL VAN VESPASIANUS. (10)

De tempel van Vespasianus op het Forum is als geheel veel bescheidener van opzet dan het gebouw van Eumachia, maar toch interessant.
Een muur die verlevendigd wordt door architectonische stucco's omsluit de gehele ruimte. Voor de kleine cella, gewijd aan de cultus van de Genius van keizer Vespasianius na de aardbeving van 62 n.Chr. , bevindt zich een met reliëfwerk versierd altaar. Op de voorzijde is een interessante scène te zien van een stier die voor de tempel geofferd wordt.

DE TEMPEL VAN LARES PUBLICI. (11)

De Tempel van Lares Publici werd direct na de aardbeving van 62 n. Chr. 
gebouwd. Het is een eigenaardig bouwwerk van 18 bij 21 meter, dat bestaat uit drie vleugels, die in het midden een plein vormen. Zowel  de zijvleugels met de rechthoekige nissen als de centrale vleugel met de grote ronde nis waren bekleed met marmert en bevatten beelden van de beschermgoden van de stad (Lares Publici) . Dit heiligdom was door de inwoners van Pompeiï ingewijd, na het grote gevaar doorstaan te hebben, met imponerende ceremonies van boetedoening, die ertoe moesten dienen de doden te verzoenen.

MACELLUM. (12)

De serie van grote gebouwen op het Forum wordt afgesloten door het Macellum. Dit complex werd geconstrueerd in de keizertijd om als overdekte markt te dienen. Zowel aan de buitenzijde, op de Via degli Augustali, als onder de zuilengalerij op het Forum, die een plein van 37 bij 27 meter omsluit, waren winkels.
Midden op het binnenplein, waar op de westelijke wand nog resten van rijke schilderingen te zien zijn, bevond zich een rond bouwwerk met 12 zuilen en een koepeldak (tholos). In het midden daarvan was een vijver met vissen.
Tegen de achterwand lagen drie grote ruimtes. De middelste was gewijd aan de keizerlijke familie, zoals de hier gevonden beelden van Octavia (zus van Aughustus) en Marcellus (haar zoon), die zich nu in Nationaal Museum te Napels bevinden. Waarschijnlijk werd de linkse ruimte gebruikt voor verfrissingen, terwijl in de rechtse vis verkocht werd. Interessant is ook de voorgevel op het Forum, waar zich waarschijnlijk de kantoren van gelswisselaars (argentari) bevonden.

13.


Links van de tempel van Jupiter (14) zijn nog de resten van de latrines van het Forum te zien. 
Daarvoorbij lag een groot magazijn dat voor de graanverkoop gebruikt werd, Forum Olitorum, en waar nu veel archeologisch materiaal opgeslagen wordt.








Daarna in een kleine inham ligt de galerij de Mensa Ponderaria, een tafel van travertijn, waarin de Romeinse maten gegrift waren, zodat de op de markt gebruikte maten gecontroleerd konden worden.





TEMPEL VAN JUPITER. (14)

 
De Tempel van Jupiter overheerst met zijn gigantische afmetingen de noordzijde van het Forum. Dit capitolium in puur Italiaanse stijl rust op een verhoogd voetstuk, hoogte 3 meter, lengte 37 meter en breedte 17 meter, met een dubbele trap aan de voorzijde.
Het voorhof heeft vijf zuilen diepe en de cella, waar alleen priesters toegang hadden, was aan de binnenkant omgeven door een dubbele rij zuilen.
Tegen de achterwand bevonden zich de drie nissen voor de beelden van de Capitolijnse goden: Juno, Jupiter en Minerva.
In de kelders werden de schatten van de stad bewaard en de kostbare voorwerpen die eigendom van de tempel zelf waren. Met de komst van de Romeinse Republiek werd deze tempel, die in 150 v.Chr.  gebouwd was, vermoedelijk op de resten van een eerdere Etruskische tempel, het belangrijkste heiligdom van Pompeiï.

Na de vernieuwing onder keizer Claudius werd de tempel ernstig beschadigd door de aardbeving van 62 n.Chr. en de herbouw was nog in volle gang op het moment van de definitieve ramp. In de tussenliggende periode werd de dicht bij de theaters gelegen kleine tempel van Jupiter Meilichos gebruikt. Oorspronkelijk stonden naast de temp[el twee triomfbogen. De linker was gewijd aan Germanicus, terwijl de rechtse werd afgebroken om een beter uitzicht te bieden op een later gebouwde derde boog, die aan de noordelijke ingang tot het Forum diende en gewijd was Tiberius, in de nissen aan de zijde van het Forum bevonden zich waarschijnlijk beelden van Nero en Drusus. 
Op deze wijze werd de noordzijde van het Forum gevormd door de schitterende Tempel van Jupiter in het midden, geflankeerd door de beide triomfbogen en door lange rijen van zuilengangen van twee verdiepingen hoog. De bovenste verdieping werd door het publiek gebruikt om de schouwspelen op het plein beter te kunnen zien.

TEMPEL VAN APOLLO. (15)

(Even terug naar het begin van het Forum.)

De tempel van Apollo lag tegen de zuilengang van het Forum, maar uit het feit dat de hoofdingang gelegen was op de straat die naar de Porta Marina leidt, tegenover de zijkant van de Basiliek, blijkt dat de functie geheel verschillend was.
De tempel werd gebouwd door de Samnieten op een stuk grond dat al in de vijfde eeuw v.Chr. door de Grieken aan de god Apollo gewijd was. De rijke resten maken het makkelijk  zich de situatie  van tweeduizend jaar geleden voor te stellen. 
De gewijde  grond en de tempel zijn geheel omgeven door een zuilengang, waarvan de resten nog zichtbaar zijn De achterwand van de zuilengang was beschilderd met scènes uit de Llias.

 Vlak voor de zuilen zien we het prachtige beeld van Apollo, aan  de rechter zijde en daar tegenover de buste van het beeld van Diana. De originele bronzen beelden bevinden zich in het museum in Napels.
Beide goden houden hun boog gespannen als in een goddelijk duel.
Op de toegangspoort stonden beelden van Venus en Hermaphroditius. De tempel was gebouwd in Italiaanse stijl, als de tempel van Jupiter; een imposante trap leidde tot een hoog podium waar zich het heiligdom bevond omgeven door 28 Korinthische zuilen, waarvan er nog twee geheel overeind staan. De voorgevel van  het grote Atrium bestond uit zes zuilen, die oorspronkelijk in het midden een grotere ruimte vrijlieten.



Het Atrium was maar liefst vier zuilen diep. Het kleine sacellum werd beheerst door het grote beeld van de god. Op de vloer is nog de inscriptie te lezen die de questor Campanius liet aanbrengen in de taal van de Osci en die hij betaalde met geld van de tempelschat.
Naast de tweede in gang aan de achterkant van de tempel was de kamer van de priester-bewaarder. 



Voor de trap wordt onze aandacht getrokken door het majestueuze altaar in de openlucht dat tijdens de republikeinse periode geplaatst werd
Links staat de Ionische zuil die de duumviri Sepunius en Erennius lieten neerzetten voor een zonnewijzer.

Tijdens de regering van Nero werd het uiterlijk van de tempel gewijzigd door rijke versieringen in het stucwerk aan te brengen, die nu bijna geheel zijn verdwenen.

We wandelen terug over het Forum naar de Tempel van Jupiter en verlaten daar via de rechterpoort om uit te komen op de Via del Foro.
Aan onze linkerkant liggen de Thermen van het Forum en aan de rechterkant de Tempel van Fortuna Augusta.

THERMEN VAN HET FORUM. (18)



De thermen van het Forum heeft zijn belangrijkste toegang  gelegen aan de straat die naar deze baden is genoemd,; Via delle Terme.
Deze thermen, die met name bedoeld waren voor reizigers die van buiten de stad naar het Forum kwamen, vormden ket kleinste maar meest elegante openbare badhuis van Pompeiï. De baden die gebouwd werden in de eerste periode van de Romeinse kolonie en betaald met overheidsgeld, hebben alle kenmerken van de Romeinse baden. Alle ruimtes die nodig waren voor een compleet bad, waren dan ook aanwezig; kleedkamers, baden met koud, lauw en warm water, met aparte afdelingen voor mannen en vrouwen. Iedere ruimte werd goed verward met lucht, die afkomstig was van een centrale stookplaats en onder de vloer (hypocaustum)  en, waar nodig tussen de dubbele wan den (concarmeritatio) geleid werd. 

Door de vorm die doet denken aan een renaissance kapel, is met name  het frigidarium bijzonder suggestief.
Schitterend zijn ook de gewelvenmet stiucco's en de Atlanti van terracotta n het tepidarium. Eveneens bezienswaardig zijn de grote bronzen kolenpan in het tepidarium, die gebruikt werd voor de verwarming voor de hetelucht-installatie in werking te stellen; het grote bassin in het calidarium waar men gezicht en handen met heet water kon wassen en dat in die tijd 5250 sestertiën kostte; en daar tegenover de marmeren badkuip.

HUIS VAN DE TRAGISCHE DICHTER. (19)

Het huis van de Tragische Dichter ligt tegenover  de ingang van de Thermen van het Forum aan de Via delle Terme.


Het huis van de Tragische Dichter is een interessant woonhuis. het gaat hier om een typisch voorbeeld van een huis dat in de laatste jaren van Pompeiï aangekocht en vernieuwd door een lid van de klasse die de economie van Pompeiï beheerste. 


Het huis was versierd met kunstwerken die na de eerste opgravingen in de 18e eeuw naar het Nationaal Museum in Napels gebracht zijn, zoals schilderingen  van het atrium en van het peristylium en het mozaiek in het tablium, dat een scène uit een toneeltragedie voorstelt en waarnaar het huis genoemd is.
Men kan zich goed voorstellen hoe het huis er vele eeuwen geleden er uit zag met een overdekt atrium en het compluvium, waardoor de zon binnenkwam die de schitterende schilderingen en mozaieken; het groen van de tuin en de kleine tempel extra goed deed uitkomen.


BOOG VAN CALIGULA. (17)

De boog van Caligula  ligt op de driesprong van de Via delle Forum met links de Via Terme en rechts de Via della Fortuna Augusta, met in de verte zicht op de Vicolo di Mercurio.
We verlaten hiermee het oudste reeds opgegraven gedeelte van Pompeiï.
Onderaan de boog zien we nog resten van de bekleding in travertijn. In de diepe gleuven, die aan de zijden te zien zijn, rusten naar alle waarschijnlijkheid de stevige steunen waarop beelden en trofeeën stonden ter verering van de 'goddelijkheid' van de wrede en krankzinnige keizer G. Caesar Geramicus, ook wel Galigula genaamd, die regeerde van 37 tot 41 n. Chr.
In  de Via di Mercurio bevonden zich bijna hoofdzakelijk woonhuizen, en winkels lagen op het kruispunt.


                                                      Zie vervolg: POMPEIÏ. DEEL 3.