zaterdag 21 september 2024

INDONESISCHE BANKBILJETTEN 10.000 RUPIAH MET VERHAAL.

 

VOOR DEZE HOGE BEDRAGEN

 WERDEN JUBILEUM MUNTEN

             UITGEGEVEN. 




JUBILEUMMUNT.

Een van de belangrijkste jubileummunten was die werd uitgegeven in 1970.
Aan de voorzijde de jaartallen 1945 - 1970 en de Garuda met het wapen van Indonesië op zijn borst.  Op de achterzijde van deze munt staat een Wajangdanseres met daaromheen de tekst 25 TAHUN KEMERDEKAAN. REPUBLIEK INDONESIA. ( 25 JAAR ONAFHANKELIJKHEID REPUBLIEK INDONESIË)

10.000 RUPIA BANKBILJETTEN.


Op het bankbiljet van 10.000 rupiah uit 1964 staan aan de voorzijde twee scheeplieden van de vissersvloot met het binnenhalen van hun visnet of een grote vis. Op de achterzijde  een afbeelding van de vissersprauwen aan de kust bij een dorpje. Het is een tafereel dat de tijd der jaren heeft doorstaan en anno 2024 nog steeds daar is.


Op het biljet van 10.000 rupiah uit 1968 staat aan de voorzijde  een Javaanse arbeider afgebeeld en op de achterzijde een bouwproject. Dit werd ook eerder gedaan bij bankbiljetten met een lagere valuta.
Ere aan hen die aan het bouwproject hebben gewerkt, maar wat het is ?


Op het bankbiljet uit 1975 staat aan de voorzijde een demonenmasker of beeldhouwwerk daarvan afgebeeld en op de achterzijde een afbeelding uit de vele verhalen die in beeldhouwwerk zijn afgebeeld op de wanden van de Prambanan een hindoe-heiligdom gelegen op 18 kilometer ten oosten van de stad Yogyakarta in de provincie Midden Java, Hierover kom ik later terug bij een later uitgegeven bankbiljet uit 1979.


GAMELAN.

Gamelan is een traditionele muziekstijl in Indonesië, vooral op de eilanden Java, Madura, Bali en Lombok, en de benaming van zowel de muziekinstrumenten zelf als de bespelersgroep.
Een gamelanorkest bestaat voornamelijk uit slaginstrumenten zoals metallofoons, waaronder kulintangs en gongs, xylofoons en drums, maar ook bijvoorbeeld fluiten en strijkinstrumenten.
Het is kenmerkend voor de Indonesische volksmuziek.

De naam gamelan is afgeleid van gamel, een Oud-Javaans woord voor "slaan" of "kloppen", omdat de meeste instrumenten van een gamelan slaginstrumenten zijn. De Indonesische term karawitan is de verzamelnaam voor zowel de Javaanse als de Balinese gamelanmuziek.

PRAMBANAN.


Prambanan is het grootste hindoe-Javaanse tempelcomplex in Indonesië. Prambanan betekent; "veel priesters". In de reliëfs worden ze afgebeeld met een lange baard.
De Prambanan ligt op Centraal-Java, ongeveer 18 kilometer ten oosten van de stad Yogyakarta, aan de weg naar de stad Solo. De belangrijkste van deze tempels is de Lora Jonggrang.
De bouw van het complex is rond 850 v.Chr. begonnen door koning Rakai Pikatan, een Shivaïtische koning uit de Sañjaya-dynastie. Zijn jongste zoon, koning Lokapala, wijde de grote Shiva-tempal in en breidde het complex verder uit. Korte tijd nadat het complex was voltooid, werd het verlaten en raakte het in verval en overwoekert door de natuur. Pas vanaf 1893 werd het plateau van het middencomplex uitgegraven en de eerste reconstructie begon pas in 1918. Het complex staat op de Werelderfgoed-lijst van UNESCO. 


Op het bankbiljet uit 1985 van 10.000 rupiah staat aan de voorzijde een vrouw afgebeeld R.A. Kartini, met achter haar een afbeelding van de Borobudur. Aan de achterzijde van het biljet staat een jonge afgestudeerde vrouw die trouw zweert aan de vlag. (vermoedelijk een advocate)

RADEN ADJENG KARTINI.

Raden Adjeng Kartini werd geboren op 21 april 1879 te Jepara en overleed op 17 september 1904 te Rembang, ze was van Javaanse adel en een voorvechtster van vrouwenrechten.
'Raden' is een adellijke aanspreektitel, voor het huwelijk was de aanspreektitel voor Kartini 'Raden Adjeng', en na het huwelijk veranderde de aanspreektitel in 'Raden Ajoe'. 
Zij is in 1964 postuum benoemd tot Nationale held van Indonesië.



Kartini werd geboren in een aristocratische Javaanse familie. Haar vader, Raden Mas (de adelijke aanspreektitel) Sosronningrat was regent van Jepara. Haar moeder was een van zijn vrouwen. Polygamie was gebruikelijk onder de Javaanse aristocratie, die meestal moslim was.
Kartini ervoer bij haar opvoeding de problemen die het gevolg kunnen zijn van polygamie en daarbij het vrouw zijn.

Kartini werd geboren in een tijd dat vrouwen weinig of geen regulier onderwijs ontvingen en geen enkele rechten hadden. Door haar adellijke afkomst kon zij gelukkig tot haar 12e jaar de Europese Lagere School )ELS' bezoeken.
Op de school leerde zij goed Nederlands spreken, iets wat voor Javaanse vrouwen in die tijd zeer ongebruikelijk was. Het Nederlands was toen voor geletterde Indonesiërs de enige toegangspooort tot de Westerse cultuur.


(Kartina en haar echtgenoot Raden Adipati Ario Djojoadinggrat, regent van Rembang op haar 24 jarige leeftijd.)

Na haar 12e jaar werd zij thuis afgezonderd, een normale praktijk om jonge meisjes op hun huwelijk voor te bereiden.
Het was een vorm van opsluiting; het was meisjes niet toegestaan zonder begeleiding buitenshuis te komen. 
Bij een huwelijk werd het gezag over de vrouw door de vader overgedragen aan de echtgenoot.
De vader van Kartini kende haar enige privileges toe, zo mocht ze borduurlessen volgen, speciale gebeurtenissen bezoeken en Nederlandse boeken bestuderen.

Kartini correspondeerde in het Nederlands met haar penvriendinnen, met wie ze schreef over de oneerlijke behandeling van vrouwen en haar ideeën omtrent onderwijs voor meisjes.
Ze stelde in haar brieven dat geestelijke ontwikkeling een fundamenteel recht is, ook voor vrouwen. Haar waardering voor de positieve kanten van de Europese cultuur ging gepaard met kritiek op het zelfzuchtige materialisme waardoor een groot deel van de koloniale heersersklasse werd gekenmerkt. Zij sprak zich uit tegen voorhuwelijkse opsluiting en tegen polygamie.
Een paar maanden voor haar huwelijk lukte het Kartini om een klein informeel schooltje op te richten voor meisjes.

De achterzijde van het bankbiljet geeft duidelijk weer wat Kartini heeft weten te bereiken voor het studie onderwijs voor vrouwen in Indonesië.


Op de voorzijde van een biljet  10.000 rupiah uit 1992 staat een afbeelding van Sri Sultan Hamengku Buwong, en op de achterzijde de Borobudur.

HAMENGKUBUWONO IX.


Hamengkubuwono IX werd geboren op 12 april 1912 en overleed op 2 oktober te Washington DC.
Hij was de tweede vicepresident van Indonesië tijdens de regeerperiode van Suharto.
Zijn geboorte naam was Raden Mas Dorodjatun. Hij was de zoon van Gusti Oaangeran Haryo (prins) Puruboyo en Raden Ajeng Kustillah.
Op drie jarige leeftijd werd hij tot kroonprins van het sultanaat Yogyakarta benoemd nadat zijn vader de troon had bestegen. Zij vader werd toen sultan Hamengkubuwono VIII.

Als kleine prins kreeg hij een westerse opvoeding en studeerde in Nederland.
In oktober 1939 overleed zijn vader en daarna moest hij vier maanden lang over zijn positie onderhandelen met de Nederlandse gouverneur Lucien Adam. Op 18 maart 1940 werd hij de nieuwqe sultan met de naam Hamengkubuwono IX. De sultan van Yogyakarta  was een "zelfregeerder", een autonoom vorst met een bijzondere positie binnen het koloniaal bestuurde Nederlands-Indië.
Na de onafhankelijkheid in 1949 werd bepaald dat de sultan van Yogyakarta voortaan gouverneur zou zijn van de provincie Yogyakarta, dat in feite bestaat uit het grondgebied van het sultanaat. Hij bleef dit tot zijn dood, maar werd ook minister van defensie en bezette later verschillende andere posten.

BOROBUDUR.

De Borobudur is een oud boeddhistisch heiligdom gelegen op 40 kilometer afstand ten noordwesten van Yogyakarta in de provincie Midden-Java.
De Borobudur is gelegen bij de vulkaan Merapi, de meest actieve vulkaan van Indonesië en is gebouwd in de periode 750-850 n.Chr.
De naam stamt mogelijk van het Sanskriet vihara Buddha ur, dit betekend vrij vertaald boeddhistische tempel op de berg.
De Borobudur is opgebouwd als een stoepa. De basis van deze stoepa is 123 bij 123 meter. De stoepa heeft negen etages; de onderste zes zijn vierkant, de bovenste drie rond. De etages vertegenwoordigen de boeddhistische kosmos. Op de bovenste etages bevinden zich 72 kleine stoepa's, die gebouwd zijn rondom één grote centrale stoepa.


De kleine stoepa's vertegenwoordigen van onder naar boven de weg die een boeddhist moet afleggen om uiteindelijk in het Nirvana te worden opgenomen. De open gaten in de onderste stoepa's  staan op hun punt, waar de weg nog onzeker is en in de bovenste stoepa's vlak horizontaal, de weg is duidelijk, het geloof is stevig. 's Ochtends dient de Borobudur nog steeds als gebedsoord. Een pelgrim loopt iedere etage zeven maal rond met de klok mee. In de stoepa's bevinden zich beelden van Bhoedda; wie door de gaten in de stoepa's deze beelden aan kan raken ontvangt, volgens het lokale bijgeloof, en niet volgens het boeddhisme, het eeuwige geluk.


Op het biljet van 10.000 rupiah uit 1998 staat aan de voorzijde een afbeelding van Tjat Njuk Dhieu, en op de achterzijde Segara Anak op het eiland Lombok.

TJUT NJUK DHIEU.

Het verhaal van deze vrijheidsstrijdster is reeds eerder beschreven bij de biljetten van 1000 rupiah uit 2016.

SEGARA ANAK.

Seagara Anak; in het Indonesische Danau Segara Anak, is een kratermeer in de krater van de vulkaan Rinjani op een hoogte van 2008 meter.
Het is gelegen in het nationaal Park Gunung Rinjani op het Indonesische eiland Lombok.
Het meer heeft een oppervlakte van 11,3 km² en een maximale diepte van 190 meter.
Segara Anak is Indonesisch voor 'kind van de zee'. Het meer heeft de naam gekregen vanwege de blauwe kleur van het meer.
Segara Anak is een restant van de eruptie van de vulkaan Samalas in 1257. In het meer is in de loop der jaren een nieuwe kleine vulkaan ontstaan het 'kind van Rinjani'.



Op de voorzijde van de 10.000 rupiah biljetten uit 2005 en de aangepaste uit 2010 staat aan de voorzijde Sultan Mahmud Badaruddin afgebeeld  en op de achterzijde een Ruma Limas uit Zuid-Sumatra.

MAHMUD BADARUDDIN II.


Mahmud Badarruddin II, hij leefde van 1767 tot 1852, was de 8e sultan van het sultanaat Palembang van 1804 tot 1821. Zijn ouders waren Sultan Mahammad Bahauddinin en Ratu Agung Al-Haddad. 
Hij wordt beschouwd als een nationale held van Indonesië. In Palembang staat een museum ter ere aan hem.

RUMAH LIMAS.


Rumah Limas ("limashuis"), ook bekend als rumah bari ("oud huis") , is een type traditioneel huis dat voorkomt in Palembang, Zuid-Sumatra. Het is ook te vinden in de plaats Baturaja.
Het huis is traditioneel gemaakt van hout en staat op palen, met een getrapte of gegradeerde vloer die bestaat uit twee tot vijf ruimtes op licht verschillende hoogtes, een brede veranda en een opvallend dak. 
In Palembang worden deze huizen geassocieerd met de adel en andere mensen met een hoge status.



Op het bankbiljet van 10.000 rupiah uit 2022 en de herziene uitgave van 2024 staat aan de voorzijde Frans Kaisiepo afgebeeld. Op de achterzijde duikers in het Taman National Wakatobi en een dame uit de Tari Pakarena dans.

FRANS KAISIEPO.

Frans Kaisiepo, werd geboren op 10 oktober 1921 en overleed op 10 april 1979. Hij was een Papoea-politicus en Indonesisch nationalist.
Hij diende als vierde gouverneur van de provincie Papoea.
In 1993 werd hij postuum uitgeroepen tot nationale held van Indonesië voor zijn levenslange inspanningen om West-Irian te verenigen met Indonesië.
 Als vertegenwoordiger van de provincie Papoea was hij betrokken bij de Malino-conferentie, waar de vorming van de Verenigde Staten van Indonesië werd besproken.



NATIONAAL PARK WAKATOBI.



Het nationaal Park Wakatobi ligt ten zuidoosten van het eiland Sulawesi en tussen de Bandazee en de Floreszee in het zuidwesten.
Het bestaat uit vier grotere eilanden: Wangi-Wangi, Kaledupa, Tomia en Binongko, evenals veel kleine eilanden zoals Tokobao, North Lintea, South Lintea, Kampenaune, Hoga en Tolandono.
Het hoogste punt met 274 meter ligt op het eiland Wangi-Wangi.
De diepte van het zeewater varieert, waarbij de diepste delen 1.044 meter bereiken.
Het is het derde grootste zeepark in Indonesië  en beslaat 1,4 miljoen hectare, waarvan 900.000 tropische koraalriffen. Deze eilanden vormen het grootste barrièrerif in Indonesië.
De eilanden groep omvat 143 eilanden waarvan er zeven bewoond zijn.
Het is een habitat van grote en kleine vissoorten, dolfijnen, schildpadden, walvissen en koraal.

De naam Wakatobi is een samentrekking van de vier belangrijkste Tukangbesi-eilanden: Wa ngi-wangi, Ka ledupa, To mia en Bi nongko.

PAKARENA-DANS.


De Pakarena-dans is oorspronkelijk afkomstig uit het oude sultanaat van Gowa in het huidige regentschap Gowa. ER wordt aangenomen dat de naam Pakarena is afgeleid van het woord "karena", wat "spelen" betekend in de lokale taal. De dans is wijd verspreidt in het gebied dus zijn er veel variaties. Hieronder vallen de Pakarena Gantarang. Pakarena Balla Bulo en Pakarena Bontobangung
Pakarena drukt de elegantie uit van de etnische vrouwen van Makassar en symboliseert hun beleefdheid, loyaliteit, gehoorzaamheid en respect voor hun echtgenoten. De dans bestaat uit 12 delen die hun eigen betekenissen hebben. De dans heeft een unieke regel: de dansers mogen hun ogen niet te wijd open doen en hun voeten mogen niet te hoog worden opgetild. Tijdens de voorstelling dargen de dansers kleurrijke traditionele kostuums, bestaande uit: de met de hand geweven Baju Pahang, de fijn geweven lipa  'sabe', een traditionele zijden sarong uit Zuid-Sulawesi, aangevuld met uitgebreide gouden accessoires uit Zuid-Sulawesi.
Er zijn geen officiële documenten die aangeven wanneer de dans voor het eerst verscheen. Zover is bekend dat het een officiële koninklijke dans was tijdens de regering van Sultan Hasannudin XVI , Sultan van Gowa.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten