ZEILSCHEPEN MET MEERDERE MASTEN. (3)
BOEGVERSIERING.
Boegversiering is versiering met beeldhouw- of schilderwerk aan het voorschip, in het bijzonder van de boegen aan beide zijde van de voorsteven. Vooral bij schepen zonder stevenversiering worden als boegversiering beschouwd: de drukker, de knie die de kraanbalk ondersteund, knechten, bolders, en beretanden met gebeeldhouwde uiteinden of voorzijden: beschilderde koppen; snijwerk rond de kluisgaten en op de kluisplaten; decoratief schilderwerk al dan niet verwerkt met de scheepsnaam; gebeeldhouwde en gepolychromeerde boegplanken en de oculus, het oog, op Griekse, Italiaanse en scheepjes uit het Verre Oosten.
Op de oude zeilschepen is de meest voorkomende boegversiering het boegbeeld.
Men kent dit vooral op schepen van de 15e tot de 19e eeuw, zowel in de handels- als in de oorlogsvaart.
De Nederlandse oorlogschepen waren over het algemeen voorzien van een afbeelding voorstellende een leeuw.
De meest voorkomende afbeeldingen zijn figuren uit de mythologie. Veel boegbeelden zijn zowel dierlijk als vrouwelijk.
DE OORSPRONG.
Het maken van de boegbeelden ontstond uit een gebruik der Antieken, die door het decoreren van de boeg de goede geesten wilden bewegen om bezit van het schip te nemen.
De oude Egyptenaren versierden reeds de boeg van hun schip.
In de bijbel wordt reeds verhaalt, dat Paulus reisde op een Alexandrijns vaartuig dat een boegbeeld droeg van Castor en Pollux, de halfgoden die door de zeelieden toen werden vereerd. Ook het plaatsen van het alziend oog, de oculus kende men reeds uit de oude Griekse en Romeinse tijd.
De Vikingen voerden een drakenkop, die ze bij het naderen van land verwijderden, om de vriendelijke landgeesten niet te verontrusten.
Veel schepen droegen een afbeelding van hun naam als boegbeeld. In principe beruste het allemaal op bijgeloof.
De houtsnijder vestigde zich gewoonlijk op een stille zeilzolder in de buurt van de scheepswerf waar het schip werd gebouwd.
De scheepsbouwers tekenden de lijnen van de steven op de vloer om te laten zien waar het beeld moest komen. De houtsnijder zocht een gewenst stuk hout op en tekende zijn ontwerp er op, waarna hij het blok hout begon te bewerken met hamer, beitel en guts.
Daar veel reders de gewoonte hadden om het schip de naam van een van dochters of geliefden te geven was de vrouwelijke afbeelding zeer in trek.
De replica van het VOC zeilschip Amsterdam, gelegen bij het Scheepvaart Museum van Amsterdam, heeft buiten de leeuw als boegbeeld ook nog twee hekbeelden op haar achterkasteel.
Bij het verdwijnen van de zeilschepen van de wereldzeeƫn in het begin van de 19e eeuw, verdween ook langzaam het gebruik van het boegbeeld. De moderne reders laten nu nog wel het maatschappij logo voor op de boeg afbeelden. Alleen op de nog in de vaart zijn drie- of viermasters en clippers welke als opleidingsschepen dienst doen kan men nog de fraaie boegbeelden op terug vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten